Rotterdamse meesters
Rotterdamse meesters
Rotterdamse meesters
Rotterdamse meesters
Nederlands
288
17.50

Op werkdagen voor 23:00 uur besteld, volgende dag thuisbezorgd.

Het kunstonderwijs in Rotterdam heeft in Nederland altijd een bijzondere positie ingenomen omdat van begin af aan aansluiting werd gezocht bij bedrijfsleven en industrie. De huidige Willem de Kooning Academie kan terugkijken op een geschiedenis van bijna 240 jaar opleiden voor met name toegepaste kunsten. De wortels gaan terug tot 1773, wanneer een groepje kunstminnende Rotterdammers het Tekengenootschap Hierdoor tot Hooger opricht. Tachtig jaar later, in 1851, gaat dit Tekengenootschap op in de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. In deze nieuwe fase, die loopt van 1851 tot 1902, komt de nadruk te liggen op ambachtelijk beroepsonderwijs,met als belangrijke exponent hiervan de invoering van het vak kunstnijverheid; het onderwijs in de technische wetenschappen komt in deze tijd op groter afstand van het kunstonderwijs te staan. De derde fase in de geschiedenis van de Academie, van 1902 tot 1945, is een periode waarin toonaangevende docenten aan de opleiding zijn verbonden en de Academie op het gebied van kunstnijverheid internationale uitstraling krijgt. De laatste fase die Van Giersbergen beschrijft loopt van 1946 tot 1998. Trefwoorden voor deze periode zijn: democratisering, nadruk op persoonlijke ontwikkeling van de leerling, schaalvergroting en onderwijshervormingen, en tevens herbezinning op de arbeidsmarkt in de jaren tachtig. Wilma van Giersbergen, werkzaam bij het Gemeentearchief Rotterdam, heeft deze complexe geschiedenis, ondanks het schaarse bronnenmateriaal dat is overgeleverd, op een heldere en boeiende manier gereconstrueerd. Zij besteedt aandacht aan organisatiestructuren, inhoud van het onderwijs, invloedrijke docenten zoals Jac. Jongert, Piet Zwart en Pierre Jansen en natuurlijk ook beroemd geworden leerlingen, onder wie Kees van Dongen, Willem de Kooning en Joep van Lieshout. Een geschiedenis van bijna 240 jaar in een fraai boek van 240 pagina’s, met ca. 270 goed gekozen illustraties.

0 | 0